woensdag 27 april 2016

Groen

De stad ontwaakt,
een merel zingt;
zoveel te doen,
zoveel te geven.

Een boomtak kraakt
en zachtjes swingt
het nieuwe groen
de stad tot leven.

De zon breekt door
en mens en dier
bereiden zich
zo goed het gaat

op dat wat voor
hen beide hier
verscholen ligt
in dageraad

en in het wonder
der natuur
van leven, bloeien
en vergaan,

geen dag kan zonder
zelfs geen uur:
het eeuwig groeien
nooit gedaan,

ook op de plek waar
polderland,
vallei en bos
hecht samen spelen

en 't hele jaar
trots en galant
het zand en mos
en water delen.

De klokken slaan,
de aard' ontspant
als tijd verstrijkt
van nu naar toen.

De nacht breekt aan
in stad en land;
ik voel me rijk
en voor altijd groen.

***
Geschreven ter gelegenheid van de opening van Het Groene Huis op landgoed Schothorst op 24 april 2016.

http://www.hetgroenehuisamersfoort.nl/

Kijk om

Kijk om
en denk aan hoe het was,
aan wat heeft plaatsgevonden,
aan het waarom, voor wie, voor wat
die muren eigenlijk stonden.

Kijk om
en zie 't prikkeldraad
om de herinnering gebonden,
aan vernedering, aan kwaad en haat
en aan oude, diepe wonden.

Kijk om
en zie de lentezon,
langzaam opkomend in het oosten,
die de ellende niet verdrijven kon
doch hooguit wat kon troosten.

Kijk om
en zie, voel en ontdek
hoe je vrije lijf en geest
verbonden zijn met deze plek
ook als je er nooit bent geweest.

Kijk om,
kijk om en dan vooruit,
maar zonder te vergeten.
Wie bewust hiervoor de ogen sluit
zou beter moeten weten.

***

Gedicht over Kamp Amersfoort, voorgedragen (omdat ik zelf niet aanwezig kon zijn) door burgemeester Lucas Bolsius tijdens de benefietavond op 31 maart voor uitbreiding van het monument.

Man voor man

Onwetend van onmenselijkheden
van de oorlogsmachten,
denkend aan familieleden
die hoopvol zouden wachten,

bereid voor 't vaderland op te staan
kwamen zij na dagen, nachten,
in een onbekende wereld aan
vol barbaarse, wrede krachten.

Gevangen op het vlakke land,
verlangend naar de bergen;
ze leden, streden man voor man
ondanks vijandig tergen.

Tot zij, verzwakt van 't zware werk
- zo zinloos, maar verplicht -,
onder een ziek en duister zwerk
van 't bed werden gelicht

voor dag en dauw, die ochtend vroeg,
net voor de klok van zeven,
met nog slechts één schot voor de boeg:
het einde van hun leven.

Gevangen in onmenselijkheden
van de oorlogsmachten,
denkend aan familieleden
die hoopvol zouden wachten,

gingen ze heen hier, man voor man,
voor eeuwig uit het zicht.
Onbekende strijders uit 't verre land:
rust zacht in vredig licht.

***

Geschreven ter gelegenheid van de herdenking op 9 april, de dag waarop in 1942 tijdens een fusillade 77 Sovjetsoldaten bij Kamp Amersfoort omkwamen.