Hospitaal van weleer:
vervallen in stilte,
een onwerkelijke sfeer
en opmerkelijke kilte.
De lichten zijn uit.
De stroom is eraf.
In de hoek nog één spuit,
maar geen dokter in draf
naar een zieke patiënt.
Geen zuster met pillen
die af en aan rent
om pijntjes te stillen.
Geen bedden op wielen
voor gebroken benen.
Geen arme zielen
die kermen en wenen.
Geen witte jassen.
Geen groene pakken.
Geen paperassen
van zieken of zwakken.
Geen drukverbanden.
Geen stethoscoop.
Geen fruit in manden.
Geen koffie te koop.
Geen ziekenhuisgeuren.
Geen vloeibare kliek.
Geen clown te bespeuren
in deze kliniek.
Hier resten slechts gangen
en lege vertrekken,
losse draden en stangen
en vochtige plekken.
Stukken glas uit de ruiten
bepleisterd met hout.
De zon schijnt buiten,
maar de muren zijn koud.
In de stilstaande lucht
kun je ‘t bijna nog horen:
de bevrijdende zucht
als ‘n kind werd geboren.
Achter sommige ramen
lijken geesten te staan
van patiënten die kwamen
en hier heen zijn gegaan.
De natuur komt al binnen
door spleten en kieren
met ratten en spinnen
en muizen en mieren.
Zelfs bladeren, takken
en Heuvelrugzand
dringen binnen en pakken
hun kans in dit pand.
De slopershamer
doet de laatste operatie
en slaat straks elke kamer
zonder enige gratie
tot stenen en gruis,
een berg ijzer en hout,
op de grond, waar dit huis
ooit met zorg is gebouwd.
Een opmerkelijke kilte
en onwerkelijke sfeer,
vervallen in stilte:
hospitaal van weleer.
***
November 2015
Na twee jaar leegstand worden de ziekenhuizen St. Elisabeth en De Lichtenberg binnenkort gesloopt. Samen met een filmploeg heb ik de verlaten ziekenhuizen nog eenmaal mogen bezoeken. De beelden zijn verwerkt tot een indrukwekkende documentaire, waarin o.a. dit gedicht is verwerkt.